Terug naar overzicht weerspreuken
Weerspreuken juni
- Juni koud en guur, wordt alles duur.
- Komt in mei en juni veel onweer opdraven, dan is dat goed voor de klaver.
- Juni koud en nat, komt er weinig in het vat Natte zomers, de klavers komen.
- Met een zomerwervelwind, is het weer ons goed gezind.
- Juni regen is Gods zegen.
- Komt de zon daarbij, dan maakt hij boer en stadslui blij.
- Als het koud en nat in juni is, dan is de rest van het jaar ook mis.
- Hoort men in juni de donder kraken, maakt de boer slechte zaken.
- Blaast in juni in de noordkant, verwacht veel koren op het land In juni weinig regen, voorspelt een grote zegen.
- Juni meer droog dan nat, vult een goede wijn het vat.
- Juni koud en nat, meest heel het jaar ellende brouwt.
- Juni weer, december weer.
- Leent noordenwind aan juni de hand, zo waait hij het koren in het land.
- In juni dondergevaar, betekent een vruchtbaar jaar.
- Juni niet te koel, niet te zwoel, niet te nat en niet te droog, juni vult de schuren hoog.
- Te veel koude regens in juni aan de rok, schaden wijn en bijenstok.
- Het gehalte van het gewas stijgt, als het weer naar droogte neigt.
- Vlug gras, slecht gewas.
- Een donderbui gaat zijn eigen gang, bij een mens duurt dat zijn leven lang.
- Half juni schapenscheerders kan.
- Mei koel en juni nat, is voor de oogst een ware schat.
- Donderweer op junidagen, vult de korenaren.
- Op het weer in juni komt het aan, of de oogst wel zal bestaan.
- Als in juni vocht en koude kwelt, dat is voor het hele jaar niets goeds voorspelt.
Deze pagina werd het laatst aangepast op 17 december 2019