Voorjaarsbijeenkomst op 30 maart 2019 in Grimbergen (Mira)
Op 30 maart waren we te gast in volkssterrenwacht Mira (Grimbergen) voor onze voorjaars-bijeenkomst. De datum viel wat ongemakkelijk omdat dit samen viel met de 75 jaar viering van de VVS. Toen dit agenda-conflict gemerkt werd, was het te laat om een andere datum te vinden. Spijtig, en we proberen dit te vermijden, maar dat lukt duidelijk niet altijd.
Niettegenstaande dit “conflict” (en het feit dat er deze dag nog interessante zaken te doen waren) hadden we toch een mooie opkomst.
We begonnen met een uitgebreide weerbriefing van Hugo Mathues. Deze begon met een seizoens-overzicht van de winter (hoewel dit seizoen de naam niet helemaal waardig was), met verschillende opeenvolgende warmte-records. (Een overzicht dat past in het thema van het volgende onderwerp.) Nadien kregen het weeroverzicht voor de komende week. Voor de wat snelle luisteraars/kijkers kon je ook zien welke gegevens hiervoor geraadpleegd werden. Voor veel zaken vertrok Hugo hiervoor vanuit zijn eigen (goede) website: http://www.weerstationransberg.be/.
Nadien kwam professor Ivan Nijs (UAntwerpen) aan het woord met de presentatie “Over de mechanismen van de klimaatverandering en de impact op ecosystemen”. Ivan Nijs is een ecoloog die klimaat niet rechtstreeks als onderzoeksthema heeft. Maar natuurlijk heeft het klimaat impact op de ecologie, en is daarom ook belangrijk voor een ecoloog.
We kregen een heel heldere uitleg:
- over klimaatveranderingen op aarde (over lange tijd gezien);
- over belangrijke mechanismen die het klimaat bepalen, met mooie illustraties zoals: “Hoe maak je vrij eenvoudig onzichtbaar gas zichtbaar?”;
- hoe de natuur zich aanpast aan een veranderend klimaat (zoals huidmondjes die meer of minder openen);
- hoe wetenschappers (naast het maken van hun theorieën) hierover testen doen, met zijn moeilijkheden, maar ook mogelijkheden;
- en hoe de natuur niet enkel invloeden van klimaatwijzigingen ondergaan en zich eventueel aanpassen, maar ook omgekeerd, hoe de natuur het klimaat beïnvloedt (zoals bijvoorbeeld de walvis die – via tussenstappen – invloed op het klimaat uitoefent).
Ook na deze “klimaat-presentatie” is het duidelijk dat het klimaat een uiterst complex systeem is, met erg veel componenten die zich in allerlei richtingen beïnvloeden. Maar het is toch telkens interessant om delen van deze complexiteit helder uitgelegd gekregen te zien.
Juist voor de pauze lieten we Paul van der Heijden, regioleider van regio Zuid-West van de VWK (onze Nederlandse collega’s) aan het woord om zijn regionale bijeenkomst van de volgende week aan te kondigen.
Dan was er tijd voor pauze, waar we volop konden genieten van de vele zaken die er te zien zijn in de volkssterrenwacht. Sommigen bezochten bijvoorbeeld de zonnekijker, om te kijken naar de zon die zich op dat moment nogal “rustig” toonde (geen protuberansen te zien). Zo was het wat moeilijk om tijdig terug te kunnen starten (gedeeltelijk doordat we onze drank apart betaalden, en hier pas mee startten toen we terug wilden starten).
Maar de vertraging viel nog mee, en Samuel Helsen gaf een presentatie met als titel: “Extreme neerslag in België in de toekomst”. Samuel doctoreert nu aan KU Leuven, maar deze presentatie was het onderwerp van zijn master thesis. Deze presentatie paste goed bij de vorige. Waar we in de eerste presentatie een algemeen overzicht kregen, met klimaateffecten breder bekeken, werd het hier toegespitst op lokaal vlak (met “Vlaanderen” en “de Ardennen” als twee aparte gebieden), en ook enkel gefocust op extreme neerslag. Hier ging het vooral over het modelleren van het klimaat, en wat belangrijk is voor verschillende situaties. Zo werken klimaatmodellen dikwijls met een lage resolutie (grote gebieden die als “punt” gezien worden). Effecten die gebeuren op kleinere schaal dan de resolutie gebeuren, worden in rekening gebracht via “parametrisatie”.
Bij het vergelijken van klimaatsimulaties bij verschillende resoluties en de twee bekeken regio’s, blijken de betrekkelijk lage resolutie-simulaties wel nog redelijk te werken voor de Ardennen, waar hevige neerslag dikwijls getriggerd wordt door orografische effecten. Maar voor Vlaanderen, waar convectie belangrijk is, is een hogere resolutie (fijnmaziger) belangrijk om goede resultaten te bekomen.
Ook dit was weer een goed gebrachte presentatie die door iedereen goed gesmaakt werd (geloven we toch).
Als derde spreker kwam Dr. Steven Caluwaerts aan het woord, naar eigen zeggen “om de balans te houden tussen verschillende universiteiten”. Hij komt van UGent. We hadden het al over zijn project, zowel in een vorige bijeenkomst als in Halo. Hij kwam het Vlinder project voorstellen. Dit project, als “citizen science” project, zal 50 identieke weerstations over Vlaanderen verdelen (via scholen). Zowel de “hardware” die door scholieren geassembleerd zal worden, als de resultaten (de weer-meetgegevens) waar scholen zelf mee aan de slag kunnen brengt weerkunde als wetenschap dichter tot bij “de burger”. Ook wij, weeramateurs, zullen gebruik kunnen maken van deze gegevens.
Steven kwam het project toelichten. Wat voor een project is het? Wat is de inhoud? Wat is de plaats van werkgroep Weerkunde hierin? Ook werd er een vraag gesteld (en beantwoord) over de verdere toekomst. Het project zelf voorziet immers slechts een jaar van metingen. Maar de toestellen kunnen allicht langer meegaan (vermits er toch gekozen werd voor degelijk materiaal). De toekomst is onzeker, maar het leek ons (zowel Steven als de luisteraars) vreemd moest het na een jaar helemaal stoppen. De grote kost (de aankoop van de stations) is dan immers toch gebeurd.
Ten slotte kregen we een fotoreportage van Rudi Peetermans. We kunnen regelmatig foto’s van hem zien in Halo. Maar nu kregen we een heel overzicht van in de periode dat Rudi begon met weerfoto’s te maken (2013) tot nu.
Zo konden we een dag met boeiende presentaties, afgesloten door een mooie fotoreeks, tevreden afsluiten (een beetje later dan het geplande eind-uur). We willen hier nog graag Mira bedanken voor de vriendelijke ontvangst in mooie ruimtes en zeker ook voor het toegankelijk maken van de gehele Mira infrastructuur.
Deze pagina werd het laatst aangepast op 20 februari 2020